Onze relaties met andere mensen vormen een belangrijk deel van wie wij zijn. Dat komt heel duidelijk naar voren tijdens de adolescentie. In deze periode van de ontwikkeling wordt het sociale netwerk groter en de sociale relaties complexer. Bovendien wordt de mening van anderen, en dan vooral van leeftijdgenoten, steeds belangrijker. In deze sociale omgeving ontwikkelen jongeren specifieke sociaal-cognitieve functies die nodig zijn voor succesvolle sociale interacties, zoals vertrouwen, empathie, en het begrijpen van het perspectief van anderen. De ontwikkeling van deze functies hangt ook samen met veranderingen in het brein; de hersenen zijn namelijk gedurende de adolescentie nog volop in ontwikkeling.
De samenhang tussen de sociaal-cognitieve ontwikkeling, het sociale gedrag, en de veranderingen in het sociale netwerk die tijdens de adolescentie plaatsvinden is van groot belang vanuit wetenschappelijk perspectief, maar ook voor het onderwijs. Het kan ons meer inzicht geven in hoe adolescenten omgaan met sociale emoties, hoe ze samenwerken en vriendschappen sluiten. Met behulp van ons onderzoek ‘# SO CONNeCT’ willen wij proberen de kennis over deze processen te vergroten. Het onderzoek is gefinancierd door een Consolidator Grant van de European Research Council.
Wij maken gebruik van beeldvorming van de hersenen, sociaal-cognitieve taken en sociale netwerk analyse. Op deze manier willen we een model bouwen van de sociale netwerken van adolescenten, en dit koppelen aan hun sociale-cognitieve prestaties. Daarnaast maken we gebruik van hersenscans (functionele MRI; fMRI) om veranderingen in de hersenactivatie in kaart te brengen. Het onderzoek richt zich boor de eerste meting op jongeren die naar de brugklas gaan, omdat zij worden geconfronteerd met een nieuwe groep waarin zij een eigen plek moeten vinden. Door het herhalen van de metingen over een periode van drie jaar kunnen we een gedetailleerd beeld krijgen van hoe de sociale wereld en de hersenen elkaar beïnvloeden.